Kleurcontrast

Er zijn verschillende manieren waarop kleuren elkaar kunnen versterken, afstoten of juist harmonisch met elkaar samengaan. 

Kleur tegen kleur contrast

Gebruik je primaire kleuren kleuren in hun meest verzadigde vorm bij elkaar in je werk, dan ontstaan er forse contrasten. Dat komt doordat die kleuren sterk hun eigen karakter hebben en bovendien sterk verzadigd zijn.

Ook de andere kleuren op de kleurencirkel roepen contrasten op, vooral als ze ver uit elkaar liggen.

Licht-donker contrast

Het grootste licht-donker contrast dat we kennen is zwart/wit:

Het licht-donker contrast tussen grijs en zwart is minder heftig:

Alle kleuren hebben een toonwaarde van licht naar donker. Donkergroen met lichtblauw zorgt voor een groot licht-donker contrast:

Lichtgroen met lichtblauw zorgt voor een kleiner licht/donker contrast:

Warm/koud contrast

Sommige kleuren ervaren we als warmer en andere als kouder. Het is relatief, want over het algemeen kan een kleur alleen als warm of koud worden ervaren als er andere kleuren omheen staan.

Toch kunnen we over het algemeen stellen dat we de kleurencirkel als volgt kunnen verdelen in warme en koude kleuren. Let op: het blijft relatief en er is discussie over de exacte verdeling.

Warmere kleuren dringen zich meer op, lijken naar voren te komen, koude kleuren lijken te wijken.

Het rood hieronder lijkt op ons af te komen, omdat de groene achtergrond koeler is. Het blauw lijkt juist naar de achtergrond te wijken.

Complementair contrast

Het grootst mogelijke contrast tussen twee kleuren is het complementair contrast. Complementaire kleuren zijn kleuren die tegenover elkaar staan in de kleurencirkel.

Als je complementaire kleuren naast elkaar zet dan knallen ze van je doek of papier af (of van het beeldscherm!).

Simultaancontrast

Simultaan betekent gelijktijdig. Onze waarneming van een kleur wordt beïnvloed door de kleur(en) die eromheen staat of staan. We zien de kleur waar we naar kijken gelijktijdig met de kleuren eromheen.

Het poppetje hieronder is uitgeknipt en telkens op een andere achtergrondkleur geplakt. De kleur van de achtergrond beïnvloedt de waarneming van de kleur van het poppetje.

Kwaliteitscontrast

Hierbij gaat het om het contrast dat ontstaat tussen felle en minder felle kleuren.

Hieronder een voorbeeld van kwaliteitscontrast: een feller blauw op een minder fel blauw.

Hieronder nog een voorbeeld van kwaliteitscontrast. Je ziet een geheel aan redelijk onverzadigde kleuren. Eén kleur is wel sterk verzadigd, die vraagt direct de aandacht.

Kwantiteitscontrast

Als je van een bepaalde kleur maar heel weinig ziet in een groot geheel, dan levert dat ook een soort spanning op.

De praktijk

Nu we de zeven kleurcontrasten kennen, kunnen we zelf beter bepalen wat voor effecten we willen bereiken in ons schilderwerk. De kleurencirkel is hierbij een grote steun in de rug.

Verwantschap kleuren door ligging op kleurencirkel

Kleuren die dicht bij elkaar liggen op de kleurencirkel, hebben nog wat verwantschap met elkaar. Zo heeft geel nog een goede relatie met de kleuren die er aan beide kanten aan grenzen: groen en oranje.
Ga je geel, oranje en groen in je schilderij gebruiken, dan krijg je een behoorlijk rustig harmonieus beeld.

Dit kun je zo met elke kleur doen. Paars gaat best goed samen met blauw en rood.

Dit kun je zo met elke kleur doen. Paars gaat best goed samen met blauw en rood.

Wil je in een schilderij juist iets laten opvallen, houd dan een groot gebied rustig, door kleuren te gebruiken die dicht bij elkaar liggen op de kleurencirkel. Zet je er dan een kleur in die wat verderop ligt op de kleurencirkel dan springt die kleur er ineens uit.

Verwantschap kleuren door verzadiging

Verwantschap tussen kleuren ontstaat ook als je je kleuren minder fel maakt. Zodra kleuren minder verzadigd zijn, kun je ze makkelijker naast elkaar gebruiken. Ze gaan dan minder met elkaar contrasteren.

Groen en magenta liggen tegenover elkaar op de kleurencirkel. Als ik die naast elkaar zet, knallen ze van het doek af, want het zijn complementaire kleuren:

Als ik beide kleuren minder verzadigd maak, dan ziet dat er best mooi rustig uit!

Hieronder een voorbeeld van een rustig beeld, terwijl er toch uiteenlopende kleuren zijn gebruikt. De truc zit hem hier dus in de verzadiging: de kleuren zijn niet sterk verzadigd, waardoor ze beter met elkaar overweg kunnen.

Verzadiging afbreken

Hoe breek je die verzadiging dan af? Dat kan op een aantal manieren. Afhankelijk van je wensen kun je de volgende dingen doen:

• Wit door je kleur doen. Uiteraard wordt de kleur dan ook lichter
• Grijs door je kleur doen. Een efficiënte manier om de kleur wat af te breken
• Zwart door je kleur doen. Pas op: heel subtiel toevoegen, want zwart is erg krachtig
• De complementaire kleur erdoor mengen. Pak iets van de kleur die aan de overkant van de kleurencirkel ligt.

Als je dingen naschildert dan hoef je je hier over het algemeen natuurlijk niet zo mee bezig te houden. Dan probeer je vooral zo goed mogelijk de kleuren die je ziet na te mengen. Toch kan de kennis van de kleurcontrasten helpen om beter te begrijpen wat er op het gebied van kleur gebeurt. Daarmee wordt het namaken van de kleuren makkelijker.

Als je zelf iets ontwerpt is kennis van de kleurcontrasten onmisbaar. Je kunt hiermee zelf kiezen en bepalen hoe groot je contrasten wil maken, wat je wil laten opvallen en wat juist niet.
Grotere contrasten zorgen voor een dramatischer, wilder, hectischer, onrustiger beeld. Een beeld met weinig contrasten geeft rust, harmonie eenvoud, tot zelfs een saai gevoel. En dan zijn er natuurlijk allerlei mogelijkheden tussenin, want je kunt natuurlijk een overwegend rustig beeld maken en er iets uit laten knallen.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.